zondag 31 juli 2016

Wees blij dat je doof bent..

Soms zegt men weleens tegen mij: 'wees blij dat je doof bent.... de kinderen maken zo'n herrie / die zangeres zingt vreselijk / de muziek in de winkel is zo hard / de buren maken zo'n kabaal en vul zelf maar in..

Wat ik me dan afvraag;
Zegt men ook tegen een invalide: 'wees blij dat je in een rolstoel zit, want dan heb je altijd een parkeerplek'?  :-0
Of is er iemand die weleens heeft gezegd tegen een blinde: 'wees blij dat je niks ziet, want de wereld is in je fantasie mooier dan in real life'??
Mijn fantasie slaat een beetje op hol als ik erover nadenk, en dan stel ik me voor dat ik tegen een spastisch persoon zou zeggen: 'wees blij dat je je spieren niet onder controle hebt, want dan wordt nooit iemand boos op je omdat je iets omstoot'...tja...
Dat is toch niet voor te stellen, dat je zulke opmerkingen maakt?
Toch is het een opmerking wat ik zelf vaak gehoord heb: 'wees blij dat je doof bent...'
Of een andere opmerking die ik, als dove met een goede verstaanbare stem, krijg: 'heerlijk dat het niet opvalt dat je doof bent'.
Wat ik me afvraag: waarom doen mensen dat?
Moet ik blij zijn met mijn beperking? Moet ik dankbaar zijn, dat jij wel kan horen en ik niet?
En is het wel handig, om een beperking te hebben die niet opvalt?

Tot mijn 30e heb ik in een horende wereld geleefd, met vooral gesproken taal om mij heen. Taal die voor mij niet vanzelfsprekend toegankelijk is. Daarover heb ik al een beetje verteld in mijn eerste blog: 'Tweedehands'.
Toen ik puber was, zat ik op een reguliere middelbare school in Geleen. Ik wilde hetzelfde zijn als de rest, opgaan in de massa, en deed behoorlijk mijn best om niet op te vallen als dove.
Dat ging ook best wel goed. Ik heb geen opvallende 'dovenstem', en mijn hoorapparaten zaten netjes verborgen achter mijn lange haren.
Maar ik heb me nooit zo eenzaam gevoeld als in die tijd. Ik had in die tijd gelukkig een leuke klas. Maar ik denk dat mijn klasgenoten zich nooit gerealiseerd hebben hoeveel ik miste. Er werden vaak grapjes gemaakt en als de hele klas begon te lachen, dan deed ik dat ook. Alleen had ik nooit enig idee waarom de klas lachte.
Of op kamp, ik ben in mijn hele leven twee keer op kamp geweest. 1 keer toen ik een jaar of negen was en 1 keer op de middelbare school, in de derde klas geloof ik.
Voor mij waren het traumatische ervaringen.
Vooral mijn eerste kampervaring, met de Scouting, was afschuwelijk.
De groepsleidsters realiseerden zich niet dat ik niet alles kon volgen, hoewel ze wisten dat ik doof ben. Maar dove kinderen zijn heel goed in aanpassen en doen gewoon na wat iedereen doet.  Hierdoor valt het niet op dat een doof kind niet verstaat wat er gezegd wordt.
Voor mij was alles toen heel onduidelijk. Ik begreep niet wat er allemaal gezegd werd en op een dag moest ik afwassen en ik dacht dat het een straf was. Jaren later realiseerde ik me pas dat er een rooster opgesteld was, dat iedereen om beurten moest afwassen.
Gevolg was wel dat ik hierdoor ontzettende heimwee heb gehad. Ik kon als kind niet duidelijk maken wat ik nodig had, dat men duidelijker naar mij moest communiceren.

Mijn tweede kampervaring was niet zo erg, ik was inmiddels wat ouder (15-16 jaar) en weerbaarder.
Maar ik heb er totaal geen herinneringen aan. Als ik eraan terug denk, weet ik nog die ellendig lange wandeling in de bossen van de Ardennen en dat is het. Verder verstond ik niks van alles wat er gebeurde, liep ik continue achter feiten aan en grapjes gingen langs me heen. Ik kon geen aansluiting krijgen in de groep en was blij als ik naar bed kon.

En dat is lastig als je van nature een spontaan persoon bent.
Ik hield me op de achtergrond, maar dat druiste zo tegen mijn natuur in. Alleen deed ik niks, omdat ik zo bang was om af te gaan in de communicatie.
Want het gebeurde vaak genoeg: Hey Iris, hoe was je weekend? en dat ik dan antwoord gaf op de gok: 'ja hoor'
Natuurlijk zei ik wel vaak op zijn Limburgs: 'wablief?', maar na twee keer herhalen, durfde ik niet meer te zeggen dat ik het niet had verstaan, en deed ik maar alsof.

Mensen begrijpen dat niet en men zegt dan ook altijd; 'je moet het gewoon zeggen als je het niet verstaat'.  Echter is dat makkelijker gezegd dan gedaan.
Een paar jaar geleden had ik samen met mijn dove collega's een studiedag georganiseerd op een dovenschool. De studiedag zou gaan over dovencultuur.
De voorzitter van die dag, opende de studiedag in Gebarentaal. We hadden de tolken even verstopt, en waren benieuwd hoe lang het zou duren voordat iemand zou aangeven dat de voordracht niet te volgen was.
Dat duurde ongeveer tien minuten. Ik zag wel dat er enig rumoer ontstond in het publiek, beetje gefluister onderling, maar niemand die wat zei.  Uiteindelijk stond er iemand op om te zeggen dat hij het niet kon volgen.

En dat zijn mensen die elke dag tegen dove leerlingen zeggen:
'je moet het aangeven als je het niet verstaat.... '
Alleen, zo simpel werkt dat dus niet.

Wil je dat zelf aan den lijve ervaren? Dan adviseer ik je om een avondje een biertje te gaan drinken in het gebarencafé.
En probeer dan eens te volgen wat de doven onderling gebaren. Als je het niet begrijpt, probeer het dan maar eens aan te geven. En bekijk even hoe vaak je durft te zeggen dat je het niet verstaat.
Moeilijk he?

(informatie over gebarencafés: www.gebarencafe.nl)


















dinsdag 26 juli 2016

De verkoper en de Jehova Getuigen

Vorige week was ik aan het koken toen mijn dochter Mulan me waarschuwde dat er iemand voor de deur stond. Het was al 18:00 uur, en dan kan het alleen maar een verkoper zijn.
Ik had er echt geen zin in, en had me dus voorgenomen om tegen de man te zeggen dat ik bezig was met koken en geen interesse had in zijn aanbiedingen.
Meneer liet zich echter niet afschepen en begon over de energie die wij afnemen bij een bekende leverancier. Of ik me er wel van bewust was dat die leverancier een hele dure was.
Ik reageerde een beetje onverschillig, en zei dat iedereen wel de goedkoopste beweert te zijn. Daarna gaf ik opnieuw aan dat ik geen zin had in het gesprek omdat ik met andere dingen bezig was.
Maar dat kon hem niet veel schelen, en hij begon aan zijn verkooppraatje; ik keek naar zijn lippen en zag er heel veel woorden uitkomen maar verstond er dus niks van. Het ging zo snel. Ik vond het eigenlijk niet bijster interessant wat hij me te vertellen had, dus ik deed ook niet echt mijn best om hem te verstaan. Trouwens, ik denk dat als ik wel mijn best deed, dat het toch niet zou werken.
Maar op een gegeven moment dacht ik: 'wacht, ik zeg gewoon dat ik doof ben! Dan moet hij meer moeite doen, en haakt hij vast af'. Echt, soms werkt dat!!

Zijn reactie: 'goh mevrouw, u praat wel erg goed' .
Ik weer: 'meneer, ik praat heel goed, maar mijn oren werken niet'

Hij keek me verbaasd aan, moest even nadenken en vervolgde zijn verhaal...ik gaf nog aan dat hij rustiger moest praten en duidelijker, maar de boodschap kwam niet over. Toen kreeg ik een idee: ik vroeg hem om een visitekaartje met de belofte contact op te nemen.  Dan zou ik een tolk Gebarentaal regelen, nadat we een afspraak hadden gemaakt. Dat was veel handiger!

Meneer reageerde heel vreemd, hij zei namelijk: 'een tolk is misschien overdreven mevrouw? U praat echt erg goed!
Misschien bedoelde hij dat als complimentje, maar wat ik me afvraag is wat mijn goede stem met mijn oren te maken heeft?
Ik begon nu echt geïrriteerd te raken, dus ik zei tegen hem: 'Ja, ik praat goed, maar u niet! En nu wil ik verder, daag!!'
En een heel logisch gevolg is ook dat zijn visitekaartje meteen bij het oud papier belandde...

Nee, dan de Jehova's, geweldige mensen!
Je ziet ze van verre komen, met hun lange jassen en hun bruine tasjes.
Toen ik pas verhuisd was (is inmiddels al 10 jaar geleden), kwamen ze bij ons aan de deur. Ik maakte de deur open en gebaarde tegen ze, zonder stem: IK DOOF, IK PRATEN KAN-NIET.
En ze waren zo weer weg! Wow, dat werkte!  :-)
Maar geloof het of niet: een paar weken later stonden er opnieuw twee mensen voor de deur. Omdat de eerste keer gewerkt had, deed ik het de tweede keer weer en gebaarde in plaats van te praten.
Maar deze personen konden ook gebaren!!...
En toen kwam er dus een heel verhaal over Gods Koninkrijk in Gebarentaal. Oh mijn hemel, dacht ik, hoe los ik dit op? Maar nadat ik netjes en duidelijk had aangegeven dat ik echt geen behoefte had aan verlossing, respecteerden ze dat en gingen ze weg.

Daar kunnen de verkopers die langs deuren komen een voorbeeld aan nemen!!
De eerste verkoper die langs komt en kan gebaren, die krijgt van mij een kop koffie ;-)
En in het vervolg: als er weer een verkoper langs komt, dan laat ik lekker mijn stem weg en gebaar ik: HALLO, IK DOOF, JIJ GEBAREN KAN? Nee? ophoepelen dan...


zaterdag 23 juli 2016

tweedehands leven

Waarom begin je niet met bloggen, vroeg een kennis mij, toen ik vertelde dat ik al jaren een boek wil schrijven, maar het er maar niet van komt.
Deze opmerking bleef in mijn hoofd hangen..ja, waarom niet?
De vakantie is net begonnen, ik heb veel vrije tijd nu, en dus ben ik op internet gaan speuren hoe het bloggen werkt.
En hier is 'ie dan, mijn eerste blogpost :-)
Allereerst zal ik de titel maar even uitleggen: tweedehands leven.
Hoewel ik hoop dat mijn blogs in de toekomst een hoop mensen zal bereiken, verwacht ik dat in het begin alleen wat familieleden en vrienden mijn blogs zullen lezen. En die weten allen dat ik doof ben sinds mijn babytijd.
Doof zijn in deze maatschappij betekent voor mij tweedehands leven. Dit wil ik graag toelichten:
als kind groeide ik op in een overwegend horende omgeving, met veel gesproken woorden om mij heen. Zolang men op mij gericht was, en duidelijk praatte, kon ik een en ander wel verstaan.
Maar zodra er een buurvrouw binnen kwam lopen om koffie te drinken met mijn moeder, dan verstond ik er bijna niks meer van. Gelukkig praatte mijn moeder me wel altijd bij, als ik wilde weten waar het gesprek over ging.
Je moest dan eigenlijk altijd even wachten, het ergste vond ik dat altijd bij het moppen tappen. Onze buurman vroeger had altijd wel een mop te vertellen, grappige is dat op het einde van de mop men altijd sneller gaat praten, omdat de grap eraan komt.
Dus buurman vertelt een mop, heel rustig zodat ik het ook kan verstaan, en dan de laatste zin gaat heel snel, en mis ik dus de clou. Iedereen lachen en ik nog niet, want ik weet de grap nog niet. Wat er dan gebeurde is dat vooral mijn moeder of mijn zusje dan even de zin herhaalde, maar eigenlijk was de lol dan eraf. Iedereen was al uitgelachen en dan kwam ik erachter aan.
Dat geeft een gevoel dat je niet direct mee kunt doen. Heel lang heb ik nagedacht hoe ik dat moest benoemen en nu heb ik het geschikte woord gevonden: tweedehands.
Tweedehands in die zin van uit de tweede hand informatie krijgen. Niet rechtstreeks informatie kunnen verwerven, maar afhankelijk zijn van personen in de omgeving die dit voor je verduidelijken.
Het klinkt misschien deprimerend, en dat was het ook. Nu is het hooguit frustrerend.
Met mijn blogs wil ik vertellen over mijn leven als doof persoon in een horende wereld. Waar loop ik tegenaan, wat vind ik lastig, hoe reageren mensen? Dit wil ik doen op een luchtige manier, met een snufje humor er door. Ik hoop dat me dat gaat lukken, zodat er via mijn posts meer begrip ontstaan voor mensen met een gehoorbeperking.
Tot zover, tot slot wens ik mijn volgers veel leesplezier toe.

Wil je reageren op mijn eerste blog, heel graag!
Iris.