Omdat ik bestuurslid ben van een landelijke belangenorganisatie in Nederland, mag ik cursussen volgen.
Dus was ik onlangs aan een kleine cursus begonnen, in Utrecht.
Omdat deze cursusdag zou eindigen om 17uur, besloot ik met OV te gaan. Dan hoefde ik op de terugweg niet in de file te staan.
De eerste cursusdag was erg leuk, ik ontmoette er nieuwe mensen die werkzaam zijn voor verschillende belangenorganisaties. Er was ook een blinde man bij.
Hij zag er woest uit, niet in de zin van boos, maar met wild grijs haar en een volle baard. Het was een intrigerende persoonlijkheid vond ik.
Knalblauwe ogen, waarmee hij niks (of weinig) kon zien. Maar met veel humor.
Toen de cursusdag was afgelopen en het vragenrondje gaande was, vroeg hij wie er met OV was gekomen. Zijn vraag was namelijk om dan met die persoon mee te kunnen lopen naar het Centraal Station.
Ik wachtte af, want in mijn hoofd schoot het meteen: 'Hopelijk zijn er meer mensen met het OV gekomen'. Eerlijk gezegd had ik niet veel zin om een blind persoon te begeleiden. Hij heeft een baard, zijn lippen zijn moeilijk te zien. Voor de duidelijkheid; het ging me er niet om dat hij blind is, maar om de conversatie die ik met hem zou moeten hebben. Ik was moe, en had geen zin in moeilijk verstaanbare gesprekken.
Omdat iedereen met de auto bleek te zijn, en niemand aanbood om hem naar het CS te rijden, zei ik dat hij met mij mee kon. Ik vertelde hem dat ik doof ben, en dat het voor mij belangrijk is om duidelijk te praten.
Achteraf pas realiseerde ik me dat het voor hem misschien moeilijk voor te stellen is: duidelijk praten, hoe doe je dat? Hoe ziet dat eruit?
We gingen op pad, het eerste deel was het lopen naar de bushalte.
Gelukkig had ik ooit tijdens de opleiding geleerd hoe je een blind persoon kunt begeleiden, dus dat ging prima. Hij pakte me bij mijn elleboog en we liepen naar de bushalte.
Hij maakte op dat moment geen gebruik van een blindengeleidenstok, geen idee of het dan makkelijker is. Maar hij struikelde al snel over een loszittende stoeptegel. Ik schrok, hij moest lachen. Ik vroeg hem wat ik moest doen, moest ik waarschuwen als er obstakels waren? Ik wist het eigenlijk zelf niet zo goed. Maar ik vertelde nu meer over de omgeving aan hem; 'we komen nu bij een stoplicht', 'wacht even, een fietser'...etc...
Gelukkig belandden we veilig in de bus. In de bus viel hij ook bijna, maar dat kwam door de buschauffeur, die ineens optrok, terwijl we nog niet zaten.
Tijdens de rit viel me in 1 keer op dat hij aan het praten was. Ik had het eerst niet in de gaten, maar zag zijn lippen bewegen.
Ik vroeg hem: 'praat je nu tegen mij?'
'Ja', knikte hij.
Ik: 'oooh, maar wil je dan je hoofd wat omhoog doen, want ik kan je lippen niet goed zien'. Hij richtte meteen zijn hoofd op, maar nu naar boven gericht.
Ik ben in contact met anderen zo gewend aan oogcontact, maar bij hem was dat moeilijk. Ook omdat hij zijn hoofd omhoog had, zijn gezicht naar het plafond gericht. Het was voor mij een vreemde gewaarwording, maar hij oriënteert zich natuurlijk op geluiden.
Het zag er wel komisch uit, wij samen in de bus en proberen een gesprek gaande te houden. Ik moest denken aan die oude film: 'See No Evil, Hear No Evil' (1989, https://www.moviemeter.nl/film/737)
Bij het Centraal aangekomen, vroeg ik op welk perron hij moest zijn. Hij vertelde me zijn reisbestemming en dat was toevallig naast mijn perron. Dus dat was wel fijn, kon ik hem tot daar aan toe begeleiden.
Ik vroeg me gelijk wel af hoe hij weet op wèlk perron hij moet zijn? Je kunt het nummer dan wel weten van het perron, maar hoe weet je wààr dat perron is?
Maar tijd om te vragen was er niet, want we kwamen bij een roltrap. Daar aangekomen vroeg ik me af of het niet beter was om de trap te nemen.
Ik besloot hem te vragen wat hij wilde, en hij zei dat het niks uitmaakte. Dus ik antwoordde in een impuls: 'oké, dan wordt het de roltrap'. En ik loop voorop en de volgende vraag dringt zich gelijk op: 'hoe weet hij dat hij goed op de trede stapt? Gaat dat wel goed?'.
Ik wilde hem al gelijk op mijn rug nemen, bij wijze van spreken, maar dat was gelukkig niet nodig. Hij stapte er gewoon goed op.
Toen door de hal, naar het perron. Bij het perron aangekomen, namen we afscheid en ik vervolgde mijn eigen weg met mijn hoofd vol vragen.
Deze ontmoeting was voor mij leerzaam. Ik realiseerde me dat ik net zoveel afweet over blinde mensen als anderen weten over dove mensen.
Nu begrijp ik beter dat mensen niet veel weten over mensen met een beperking, gewoon omdat ze er nooit mee in aanraking komen. Pas op het moment dat je ermee in aanraking komt, dàn pas ga je dingen afvragen zoals: 'hoe doen ze dat?'
Hoewel ik eerst dus geen zin had hierin, ben ik achteraf dankbaar dat ik het meegemaakt heb. Ik vond het op het moment best moeilijk en lastig, maar het heeft me bewuster gemaakt. Het was een rijke ervaring en een EYE-opener :-)